ETZ  etc. 12 Afscheid

,,Wat zie ik nu?” roept Lotte verwonderd wanneer ze ’s ochtends in mijn deuropening verschijnt.

Gisterenavond ben ik ineens van neurochirurgie teruggeplaatst naar neurologie. Een laatste tussenhalte voordat ik naar het revalidatiecentrum zal gaan.

Diezelfde dag nog mag Lotte een cruciale taak verrichten: het verwijderen van de nietjes uit mijn hoofdhuid. Het zijn de laatste sporen van de operatie. Het drukverband was algauw verwijderd, omdat het binnen een paar dagen was omgekruld tot een omgekeerd keppeltje. Deze onbedoelde uiting van culturele toe-eigening werd vervangen door een paar grote witte pleisters. Daarna werden dan de nietjes zichtbaar. Ik wist wel dat ik ze had, maar stond er nooit echt bij stil.

Nu word ik weer wat minder patiënt bij elk nietje dat Lotte verwijdert. Ze doet dit onder toezicht van Anya, die ik ook nog van de vorige neurologieronde ken. Anya spreekt altijd in keurige, verzorgde volzinnen, zonder enige hapering. Mocht ze een keer per ongeluk in een zorgitem voor EenVandaag aan het woord komen, kan ze daags daarna als woordvoerder naar de hoogst biedende gemeente of andere instelling. Ik heb Anya tijdens mijn verblijf sporadisch ontmoet. Toch typisch hoe je bij al die verpleegkundigen, al spreek je ze maar een enkele keer, zulke karakteristieke dingen kunt ontwaren. Zou Anya in zichzelf de woordvoerder of diplomaat zien die ik meen te zien? Haar zorghart is blijkbaar groter.

Ik heb een aardig vakantiegevoel deze laatste dagen. De ergste mankementen zijn voorbij en ik kan me vrij bewegen. Vaak sta ik, wanneer het amper licht is, al in de deuropening, in afwachting van de medicijnkar of de ontbijtkar. Of überhaupt iemand om even een paar zinnen mee te wisselen.

Ik ben klaar voor de volgende stap, maar moet wachten tot er een plekje bij Libra Leijpark vrijkomt.

Dat kan elk moment zijn.

Ik vraag Mijn Geliefde of ze voor Lotte een paar exemplaren wil meenemen van het kinderpoëzietijdschrift waaraan ik meewerk. Mijn Geliefde voegt er zelf nog wat van haar ansichtkaarten aan toe. Als illustrator heeft zij een eigen lieflijke kaartencollectie, waarmee ze mijn hoekje feestelijk ingericht heeft. Ik heb al verschillende verpleegkundigen en ander zorgpersoneel dromerig naar de kaarten zien kijken. Mensen met een zorghart houden blijkbaar van zachte kunst.

Zo ook Lotte. Ze weet niet wat haar overkomt wanneer ik haar het afscheidscadeau overhandig.

,,Wat lief, zoiets heb ik nog nooit van iemand gehad!” roept ze uit.

Dat kan kloppen; patiënten of hun familie geven eerder taart of bonbons. Ze staat haast ontredderd met het geschenk in haar handen. Ze is zelfs zo de kluts kwijt dat ze even naast me op bed komt zitten. Ze zegt herhaaldelijk hoe lief en attent het wel niet is.

Uiteindelijk moeten we toch afronden. Lotte huppelt blij gemoed de kamer uit, met de boekjes als zuigelingen in haar armen. Zo verdwijnt mijn rode draad en steun en toeverlaat van de afgelopen drie weken uit mijn leven. Ze heeft weliswaar nog een paar uur dienst, maar ik heb geen reden om haar op te roepen. Bovendien val ik hierna vrij snel in slaap.

Als ik de volgende ochtend ontwaak, voelt dit tijdperk nog meer als voorbij. Maar dat is nog maar klein bier bij wat ik hierna voor mijn kiezen krijg.

 

 

Facebooktwitterlinkedin