ETZ etc. 17 REMAKE

De Dexametason-kuur helpt slechts gedeeltelijk, wordt nog eens verlengd, ik blijf achteruitgaan en beland wederom via de spoedeisende hulp op een ziekenhuisbed. En ditmaal mag ik blijven, daar kan zelfs De Achterwacht niet meer omheen. Ik word naar een driepersoonskamer op de afdeling neurochirurgie gereden en mag daar mijn lot afwachten.

Terug op het ouwe nest dus. Ik krijg vrij snel te horen dat ik, voorafgaand aan de bestralingen, toch opnieuw geopereerd ga worden. Dit in verband met brandwonden of infecties die tijdens de bestralingen kunnen ontstaan. Indien nadien blijkt dat opereren tóch noodzakelijk is, kunnen die verwondingen lelijk in de weg zitten.

Dit krijg ik te horen tijdens het gesprek met De Chirurg, die even exact en wel afgewogen over de risico’s praat als vorige keer. Zo zijn er wel meer déjà vu-ervaringen.

Ik ontmoet weer dezelfde artsen, verpleegkundigen, afdelingsassistenten en voedingsassistenten die me als een oude bekende begroeten. Ik doe wederom dezelfde fysio- en ergotherapie-oefeningen, die na de operatie weer deels teniet zullen zijn gedaan, maar ook de klap zullen opvangen.

Ik mag opnieuw het snoeppapieren operatie-ondergoed aan.

Ik onderga voor de tweede maal exact dezelfde operatie op exact dezelfde plek. De Chirurg en ik begroeten elkaar geroutineerd. Ik word wederom voorgesteld aan de anesthesist en diens assistenten, ik herhaal nogmaals hun namen en krijg weer een kapje op. ,,Tot over twee minuten weer”, kan ik nog net uitbrengen. Ik krijg het gelach op de valreep mee.

Hierna ontwaak ik voor de tweede maal gevoelsmatig na twee minuten, beantwoord ik de bekende vragen, doe ik de groeten aan de assistenten van de anesthesist wier namen ik dan nog weet en krijg ik de traditionele twee waterijsjes.

Wat dan weer wel afwijkt van de vorige operatie: vorige keer hadden ze alles kunnen verwijderen, nu hebben ze noodgedwongen een tumordeeltje achter moeten laten, omdat ze niet verder konden schrapen. Bij kanker gaan goed en slecht nieuws wel vaker hand in hand.

Ik heb natuurlijk ook weer een drukverband om mijn hoofd en een katheter in mijn edele deel plus dat ik nog aan allerlei slangen en infusen vast zit, die me de komende dagen een voor een ontnomen zullen worden. Ik mijd wel een reprise van de noodgedwongen tweede, laat staan derde katheterisatie. De eerste keer dat ik op een speciaal aangeleverde rijdende wc-pot mag, pers ik met alles wat ik in me heb de eerste urinestraaltjes d’r uit. Daarna klettert het weer als vanouds. Al blijven de eerste twee keer pijnlijk; net alsof er met naalden in geprikt is. Wat nog altijd te prefereren valt boven het gevoel van een hengel met weerhaakjes.

Ik boek met lopen nogmaals snel vooruitgang, terwijl het met mijn arm nogmaals trager gaat.

Het is kortom alsof ik in korte tijd tweemaal in dezelfde film zit. Het lijkt sterk op de comedy Groundhog Day. En die gedachte levert mij ook weer een déjà vu-ervaring op. Die van de generatiekloof. Want tijdens mijn dagelijkse gesprekken met allerlei verpleegkundigen refereer ik voortdurend aan Groundhog Day. En dan kijken ze me aan met ogen alsof ze de Atlantische Oceaan zien branden. Uiteindelijk is er één jonge zuster die zegt: ,,Oh ja, Groundhog Day. Dat is een van de favoriete films van mijn vader.”

Facebooktwitterlinkedin