Tilburgse kermis: Dagboek van een kwartjesraper (6)

Tilburg, 24 juli 2014, 8.30

Wat geld zoal kan doen met een mens.
Na een vruchteloze ronde over het Koningsplein spot ik bij der Burner twee muntstukjes van 20 cent.
Het probleem is alleen dat ze onuitstaanbaar ver weg binnen de omheining van de attractie liggen.
Zelfs met mijn schraapstokje kan ik er niet bij.
Maar de toegang tot het terrein is slecht afgeschermd door een ketting, waar ik makkelijk onderdoor kan.
De schraapzucht wint het weer eens van de moraal. Normen en waarden gaan overboord , met inbegrip van het meest basale greintje aan zelfrespect dat ik zou moeten hebben.
Zittend kan ik met mijn schraapstokje net bij het eerste muntje, dat ik, over de tegelnaadobstakels heen, naar mij toe hark.
Maar het tweede muntje ligt nog verder weg. Schielijk om me heen kijkend of de mannen van het BAT het niet zien ga ik plat op mijn buik liggen en hark ik ook het tweede muntje binnen handbereik.
Ik maak mij snel uit de voeten, ver weg van het grondgebied waar ik heiligschennis pleegde.
Entschuldigung , Herr oder Frau Inhaber von dem Burner. Ich hoffe das meine Erwähnung von Ihre Attraktion meine Aktion ein bischen gut macht.
Het was wel een noodzakelijke manoeuvre om aan een dagopbrengst te komen, want daar blijft het voor vandaag bij. In de categorie overige welvaartsresten vind ik nog een theelepeltje .Samen met een ander theelepeltje, een tafelmes, een dienblad en een houten kleerhangertje vormt dit de  tot op heden gevonden huisraad.
En op de Heuvelring vind ik een met zand omgeven object dat ooit een muntje van één eurocent moet zijn geweest. Het zand is echter hard geworden. En als ik al wat wegkrab, ontwaar ik roestplekken. Hier is waarschijnlijk geen wettig betaalmiddel meer van te maken. Ik overweeg nog heel even om het mee te nemen en thuis een soda-badje te geven, maar ik gooi het uiteindelijk weg. Ik heb mezelf voor vandaag wel genoeg verlaagd.

Morgen meer. Hopelijk.

Facebooktwitterlinkedin