Zomaar een ontmoeting (5)

In een regenachtige Voltstraat komt een grote donkere man, naar schatting rond de dertig, mij tegemoet. Hij schuift zijn koptelefoon van zijn oren af en roept breed lachend iets tegen mij.
Ik kom vanzelf binnen gehoorsafstand, dus ik hoor wat hij zegt.
,,Moette is ruuke, man!”
Hij ademt diep door zijn neusgaten.
,,Ruukte da? Un sterke geur, man!”
Ik ruik inderdaad iets braadvlees-achtigs, nou hij het zegt.
,,Echt ‘n sterke, geur, man, echt stoofvlees.”
Hij draait zich een kwartslag naar de appartementen aan de overkant en roept iets met brede armgebaren naar de overkant.
,,Komt ‘t daar vandaan, denk je?” vraag ik.
,,Ja, dat komt daar vandaan man! Echt lekker, die geur van stoofvlees. Je zou ‘t zo in je zak willen steken en mee naar huis willen nemen. Hé, nog de beste wensen, hè!”
Hij houdt zijn beringde vuist omhoog voor een box. Ik box terug.
,,Ja, jij ook.”
De man loopt door, nog uitbundig in mijn richting zwaaiend.
Grinnikend loop ik naar huis. Ik heb genoeg grinnik in me tot aan de voordeur en net als ik binnen ben begint de regen pas goed te kletteren.

Facebooktwitterlinkedin